Doorontwikkelen agrarische bedrijven

Als agrarisch ondernemer kun je bij de gemeente terecht als je plannen hebt om jouw bedrijf door te ontwikkelen en bijvoorbeeld je stallen wilt vergroten. Met het interimbeleid voor agrarische ontwikkelingen (veehouderijen) wil de Gemeente Ede perspectief bieden aan agrarisch ondernemers. In dit beleid staan de voorwaarden waaronder de gemeente jouw plannen voor ruimtelijke aanpassingen aan je bedrijf in behandeling neemt, via een wijziging van het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) of een omgevingsvergunning.

Met dit beleid geven we invulling aan de landelijke en provinciale regelgeving. Zo kunnen we boerenbedrijven die zich willen doorontwikkelen meer duidelijkheid geven. Tegelijkertijd leveren deze bedrijven een bijdrage aan de verbetering van hun leefomgeving. Zo kunnen agrarisch ondernemers vanuit hun eigen vakmanschap en autonomie weer aan hun toekomst werken.

Heb je plannen voor het doorontwikkelen van jouw bedrijf? Kom dan eerst bij de gemeente op gesprek tijdens het spreekuur Buitengebied. Wij vertellen je hoe de procedure gaat, doen een eerste omgevingsscan waarin we vertellen wat voor jouw bedrijf relevant is, en maken een inschatting hoe kansrijk je plan is. Ook geven we je tips hoe je je plan kunt verbeteren, zodat de kans groter wordt dat de gemeenteraad jouw plan goedkeurt.

Vervolgens ga je, met je adviseur(s), aan de slag met een ondernemingsplan. Dit ondernemingsplan maak je voor de volgende redenen:

• Je onderbouwt de gewenste ontwikkeling van jouw bedrijf;
• legt uit hoe je aan de voorwaarden voldoet;
• en maakt duidelijk hoe jouw plan bijdraagt aan het verbeteren van de leefomgeving.

De gemeente vult voor jou het onderdeel omgevingsscan aan, zodat je in jouw plan rekening kan houden met ontwikkelingen en kansen in de omgeving. Met een afgerond plan kun je een principeverzoek voor een omgevingsplanwijziging indienen.

De gemeente werkt mee aan omgevingsplanwijzigingen als jouw plan voldoet aan de gestelde voorwaarden. De voorwaarden zijn:

• Voldoende beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing van de bouwplannen
• Zoveel mogelijk stikstofuitstootreductie, met een minimum van 40% voor intensieve veehouderij en 30% voor melkveehouders.
• Zoveel mogelijk fijnstofuitstoot reductie als redelijk is
• Zoveel mogelijk verlaging van de geurbelasting op de omgeving door emissiereductie en/of verspreidingsmaatregelen.

Verder beoordeelt de gemeente het plan aan de hand van de duurzaamheidstabel. In deze tabel zijn een aantal verplichte thema’s opgenomen en grotendeels vrijwillige thema’s. Dit zijn de verplichte thema’s:

• Bijdragen aan natuur, biodiversiteit en landschap binnen wat redelijk en haalbaar is voor de ondernemer. Gemeente en ondernemer bespreken samen hoe dit ingevuld kan worden.
• Indien aan (grotere) watergangen: bijdragen aan waterkwantiteit en waterkwaliteit binnen wat redelijk en haalbaar is. Gemeente en ondernemer bespreken samen hoe dit ingevuld kan worden.

De gemeente zal bij de beoordeling een score geven aan niet verplichte de thema’s, dit geeft de gemeenteraad bij besluitvorming inzicht in de duurzaamheid van het plan. Het niet voldoen aan de vrijwillige thema’s zal geen reden zijn voor afwijzing van het plan.

Het tijdelijke beleid geldt voor alle agrarische ondernemers in Ede, met uitzondering van bedrijven die binnen 500 meter van Natura 2000 gebieden liggen. In die zones is uitbreiding niet mogelijk. Dit vanwege de wetenschappelijke discussie over de reikwijdte van stikstofneerslag rondom agrarische bedrijven en de overbelasting van de Natura2000 gebieden.