Geworteld in de regio

In 2006 ging LooHorst van start in Ede, voortbouwend op het werk van sociale werkvoorziening Permar. De wortels liggen in de regio – en dat is nooit veranderd. “We doen nog steeds veel onderhoud voor lokale instellingen en bedrijven", vertelt Van Ommeren. “Dat werk wordt serieus gewaardeerd. Zeker door ons doel om groen niet alleen aan te leggen, maar écht te laten beklijven.”

Groen dat blijft groeien

Dat beklijven is een belangrijk thema. Want of het nu om bomen, gevelgroen of een complete daktuin gaat: wat geplant wordt, moet jaren meegaan. “Het gaat niet alleen om het kloppende plaatje bij oplevering, maar om de vraag of die boom er over veertig jaar nog staat,” zegt Van Ommeren. “Dat vraagt zorgvuldige keuzes, goede bodemvoorbereiding, ecologische kennis, de juiste soorten én nazorg. Zeker bij groen op hoogte moet alles kloppen: van waterberging tot wortelruimte.”

Inmiddels werkt LooHorst met zo’n tachtig mensen, verspreid over de locaties in Ederveen en Ermelo. Een deel daarvan komt uit de doelgroep van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – al ziet Van Ommeren dat anders. “Bij ons is er geen afstand meer. Mensen doen mee naar vermogen, en vaak met extra kwaliteiten die perfect passen bij ons vak. Ook nu het accent is verschoven naar vakwerk op hoog niveau.”

Bouwen in lagen

Waar groen vroeger pas aan bod kwam ná de bouw, schuift het nu steeds vaker al in de ontwerpfase aan tafel: bij de eerste schetsen, samen met architecten, ontwikkelaars en bouwers. LooHorst ziet dat als een noodzakelijke verandering. “Groen moet je niet inpassen, maar integraal mee ontwerpen,” zegt Van Ommeren. Dat vraagt om nieuwe kennis én slimme toepassingen. Zo ontwikkelde LooHorst het systeem Virtoria GevelGroen, dat verticale vergroening mogelijk maakt op een manier die niet alleen esthetisch is, maar ook substantieel bijdraagt aan biodiversiteit en hittestressreductie. Ook werd in samenwerking met een technische partner een sensorensysteem ontwikkeld, dat bodemvocht meet en automatisch bepaalt welke bomen water nodig hebben – en in welke volgorde de route het efficiëntst gereden kan worden. Die innovatie – goed voor een besparing van bijna vijftig procent op water én kilometers – leverde LooHorst in 2024 de CAI Challenge Award op. Dit is een award voor een digitale innovatie met maatschappelijke impact, die tegelijk wordt uitgereikt met de Veluwse Innovatieprijs. 

Flexibel vakmanschap

LooHorst werkt met een flexibele schil van gespecialiseerde partners. Dat is nodig, omdat de projecten alle facetten van de buitenruimte beslaan. “Je hoeft niet alles zelf te kunnen, als je maar de regie houdt", aldus Van Ommeren. “Voor ons is het belangrijk om zelf scherp te blijven: waar ligt onze kern, en waar versterken we die met samenwerking?”

Jong talent voor het groene vak

Die open samenwerking zie je ook in hun inspanningen om jongeren te enthousiasmeren voor het vak. Via stages, BBL-trajecten en gastlessen proberen ze de toekomstige generatie in beweging te krijgen. “Het imago van ons werk is nog te vaak oubollig,” zegt Van Ommeren. “Terwijl we werken met elektrisch gereedschap, tablets in de buitenploeg en geavanceerde groenconstructies. Daar kun je je leven lang in ontwikkelen.”

Duurzaamheid en innovatie als doorlopend proces

Ook in hun eigen, energie neutrale pand komt die visie samen. Maar volgens Van Ommeren draait duurzaamheid niet om het perfecte plaatje. “Zie het als iets waar je continu aan werkt. Begin gewoon – al is het met kleine stappen. Je hoeft niet overal de eerste in te zijn, als je maar blijft meebewegen.” Zijn advies aan andere ondernemers: stel het niet uit, maar overvraag jezelf ook niet. “Soms loop je voorop, soms sluit je aan, maar stilstaan is geen optie als je duurzaam relevant wilt blijven. Uiteindelijk gaat het erom dat wat je doet, ook echt beklijft – in het groen én in je organisatie.”